Recht en onrecht
Hoe werd na de bevrijding van Zuid-Limburg in september 1944 omgegaan met verdachten van collaboratie? En wat gebeurde er met de Duitsers die er soms al decennialang woonden? Hoe is het Joodse inwoners tijdens de oorlog vergaan en wat gebeurde er daarna met hun bezittingen?
Ik beschrijf gedetailleerd wat er in oorlogstijd en tussen 1944 en 1955 met deze drie groepen inwoners van één Zuid-Limburgse gemeente gebeurde: het huidige Gulpen-Wittem, bestaande uit tien dorpen.
Het boek is gebaseerd op uitvoerig en uniek archiefonderzoek en geeft de lezer een inzicht in de naoorlogse reactie op de Duitse bezetting en de nasleep daarvan.
Bevrijding
Zuid-Limburg werd acht maanden eerder bevrijd dan het noorden van Nederland, namelijk vanaf 12 september 1944. Daardoor werd de provincie een proeftuin voor de naoorlogse behandeling van NSB’ers, Duitsers en de afhandeling van Joodse erfenissen: heldere richtlijnen en instituten waren er nog niet, dus er werd flink op los geïmproviseerd. Soms met schrijnende gevolgen, soms ook met lokaal pragmatisme.
In het boek zoom ik specifiek in op de gemeente Gulpen-Wittem, dat uit tien dorpen bestaat. Waar andere boeken over de oorlog soms een aspect van de naoorlogse bijzondere rechtspleging behandelen, geef ik een compleet beeld van álle aspecten van de bijzondere rechtspleging en het rechtsherstel in één gemeente. Het onderzoek is een studie met unieke data. Het laat de verschillen zien tussen dit eerder bevrijde gebied en het noorden van Nederland, dat pas op 5 mei 1945 werd bevrijd.
Recht en onrecht
Na de tweede wereldoorlog Zuid-Limburg/Gulpen-Wittem
Bestel het boek direct bij uitgeverij Leon van Dorp. Ook verkrijgbaar via boekhandels en bol.com