Het Heuvelland is altijd rijk geweest aan verenigingen. Dat begon met de schutterijen, harmonieën en zangkoren, later kwamen er andere verenigingen bij zoals de ruiterclubs, onder andere in Mechelen, Slenaken en Gulpen. Die van Gulpen was de eerste aan het eind van de 19e eeuw. Zij organiseerde toen al internationale concours hippiques en sleepte menige prijs in de wacht bij wedstrijden in de rest van Nederland, België en Duitsland. De wedstrijden in Gulpen trokken veel toeschouwers en nationale aandacht en oogsten veel waardering. Bij de paardenrennen in 1893 waren duizenden mensen aanwezig waren ‘Nooit tevoren zijn in geheel Limburg zulke rennen geweest (…) in extase geweest’, schreef een enthousiaste journalist. Er werd ook vermeld dat de marechaussee op ‘waardige wijze’ de orde handhaafde. Tijdens de wedstrijden waren er verschillende disciplines zoals hardrennen, steeple chase en ringsteken. Met de opkomst van de auto aan het begin van de twintigste eeuw werd gevreesd dat de paardensport en de paardenfokkerij daaronder zou lijden. Dat bleek onterecht. Hoewel paarden steeds minder nodig waren in de landbouw en het vervoer, bleef de paardenfokkerij en – sport populair onder de bevolking waarvan een groot deel nog werkte in de landbouw. In 1934 werd de Limburgse Bond van LandelijkeRuiters opgericht. Een jaar later schreven de kranten dat de paardensport een bloeiperiode doormaakte. De Limburger Koerier besteedde er twee pagina’s aan en roemde het concours hippique van Gulpen, in de weilanden rond kasteel Neubourg, ook in de jaren dertig een van de grootste paarden evenementen in de regio.
Na de Tweede Wereldoorlog vielen Gulpener ruiters als Debougnoux en Pinckers regelmatig in de prijzen. Daarna waren er een aantal jaren, tot 1966, in Gulpen geen concours vanwege financiële verliezen en de hoge kosten. Vanaf 1966 was er in Gulpen wel weer een toernooi dat om de drie jaar plaatsvond. In juli 1969 namen 250 paarden deel en was er voor het eerst het onderdeel jachtspringen met onder andere een sprong over een sloot van 3,75 meter breed. Winnaar van het springconcours en de ‘fraaie wisselprijs, beschikbaar gesteld door de gravin Marchant et d’Ansembourg van kasteel Neubourg, was ruiter G. Bloemen uit Mechelen die het parcours foutloos aflegde. Het Limburgs Dagblad noemde het een ‘briljant Ruiterfestijn’.