Volgende week is het 79 jaar geleden dat het Heuvelland bevrijd is van de Duitse bezetter. Veel informatie over de dagen voor en na de bevrijding is te halen uit dagboeken van inwoners uit de gemeente Gulpen-Wittem. Daarvan zijn er veel privébezit en slechts in kleine kring bekend. Enkele Heemkundeverenigingen hebben die mogen gebruiken in hun publicaties, geschreven in het kader van de viering van 75 jaar bevrijding in 2019. Twee daarvan zijn er gepubliceerd.
In Gulpen verscheen het dagboek van onderwijzeres Liesel Dalpke en in Nijswiller van pastoor Henricus Jongen. Ze geven een gedetailleerd beeld van de dagen voor de bevrijding. Dan gonst het van de geruchten, komen de geallieerden nou wel of niet? Zijn ze wel of niet de Nederlandse grens al benaderd? Is Maastricht al gevallen? Ze beschrijven op 5 september de uittocht van de Duitse troepen en mensen die met de bezetter hebben gecollaboreerd.
Deze dag, bekend als Dolle Dinsdag, zouden de geallieerde troepen vanuit België Nederland zijn ingetrokken. Het blijkt niet waar te zijn maar de nervositeit bij de bezetter en de bevolking neemt toe. De Duitsers houden razzia’s in de dorpen, ze zetten alle mannen die ze te pakken kunnen krijgen in voor de aanleg van loopgraven en schuttersputten. Maar dan op 13 september komen de eerste bevrijders aan in het Heuvelland. Een luid gejuich is te horen als de Amerikanen de dorpen in rijden. Er klinkt muziek uit radio’s die verborgen zijn gehouden voor de bezetter, er wordt gedanst en uit allerlei huizen komen ondergedoken mensen: piloten, joden en inwoners uit de dorpen waarvan men dacht dat ze in Duitsland zaten.
In de dagboeken worden ook de wraakacties beschreven op mensen die verdacht worden van steun aan de Duitse bezetter. Een groep mannen trekt in Gulpen langs de woningen van collaborateurs, NSB’ers, ruiten worden ingeslagen en het meubilair vernield. Pastoor Jongen roept vanaf de kansel op om het recht niet in eigen hand te nemen. ‘Laat dat over aan de autoriteiten’, zegt hij tegen zijn parochianen. Tientallen mensen worden opgepakt en opgesloten in gemeentehuizen, patronaten, scholen en de kazernes van de marechaussee.
De dorpen zijn bevrijd ja, maar veilig is het nog niet volgens de dagboekschrijvers. De Duitsers geven de strijd niet op. Ze trekken zich terug op strategische punten zoals het hooggelegen Eyserbos van waaruit ze nog een paar dagen blijven vechten tegen de oprukkende geallieerden troepen. Er komen nog granaten in de dorpen terecht en bewoners moeten op hun hoede blijven. Het zal nog vele maanden duren voordat het echt rustig is want Zuid-Limburg wordt de frontlinie in de slag om Duitsland.