In september 1944 wordt het Zuiden van Limburg bevrijd. De schade die de Duitse bezetting heeft veroorzaakt, is groot. De terugtrekkende Duitsers nemen alles mee wat ze kunnen meenemen, ja ook de bekende fietsen. Ze richten nog zware vernielingen aan: bruggen worden opgeblazen over de Gulp en de Geul.
De problemen in de regio zijn talrijk. Er is een groot voedseltekort en dat wordt verergerd door de aanwezigheid van naar schatting 35.000 evacués en repatrianten die afhankelijk zijn van voedselhulp. De wegen zijn in slechte staat en er zijn geen vervoersmiddelen.
Het Heuvelland is voor haar voedselvoorziening voor een groot deel afhankelijk van geallieerde voedseltransporten. Een goede distributie van dat geïmporteerde voedsel blijft lange tijd lastig. Dat verbetert pas in het late najaar van 1944 als de 21st Army Group van het Amerikaanse leger 460 trucks voor het transport van voedsel ter beschikking stelt.
Een ander probleem is het tekort aan arbeidskrachten, vooral voor ongeschoolde arbeid. Machines zijn nauwelijks beschikbaar en dat betekent dat menselijke arbeid als vervanger moet dienen. De landbouw alleen al heeft 30.000 tot 40.000 arbeiders nodig om haar oogst binnen te halen, cruciaal voor de voedselvoorziening van de regio.
Die krapte op de arbeidsmarkt komt ook omdat veel mensen nog actief zijn in de oorlogsvoering. De geallieerde troepen rekruteren veel mensen voor bijvoorbeeld de Stoottroepen en de Grensbewaking. Zij kunnen vaak een hoger loon en een extra maaltijd bieden, wat natuurlijk in die tijd heel aantrekkelijk is. Pas na de bevrijding van geheel Nederland in mei 1945 komen de mensen en de middelen weer vrij voor het geleidelijk herstel van de regio.
De weken na de bevrijding heerst er ook bestuurlijke chaos. De Nederlandse regering zit nog in Londen, de tijdelijke machthebber, het Militair Gezag zit in Brussel en veel lokale bestuurders zijn gevlucht zoals de NSB-burgemeesters van Wijlre, Wittem en Gulpen. Na een paar weken krijgt het Militair Gezag een beetje vat op de situatie. De burgemeesters van voor de oorlog komen weer op hun post. Maar het zal lang duren voordat de gevolgen van de oorlog voorbij zijn. Voedsel blijft nog jarenlang op de bon en de woningnood blijft tot in de jaren zestig hoog.