Uit onze gemeente trokkenvele missionarissen voor lange periodes naar verre oorden. Af en toe kwamen ze terug naar hun geboortedorp voor een vakantie, om even bij te komen van hun werk, of om definitief terug te keren omdat ze ‘op leeftijd’ waren. In 1953 verbleven voor een vakantie pater G. Meertens en P van Wersch zes weken in hun geboortedorp Mechelen. Zoals het gangbaar was in die tijd, werden ze ontvangen door de pastoor en kregen zij een groot muzikaal onthaal georganiseerd door de lokale jonkheid. Vergezeld door de harmonie gingen zij naar hun ouderlijk huis. Vaak werden er tijdens zo’n verblijf speciale acties opgezet om geld te werven voor hun werk zoals bijvoorbeeld in Partij-Wittem een fancy fair voor pater Pierre Simons. Een feestterrein was ingericht met allerlei attracties en na aftrek van de kosten bleef er een flink, onbekend saldo, over voor pater Simons waardoor hij volgens de organisatoren in staat was zijn ‘zware arbeid’ voort te zetten. Er werd voor hem ook een missie-wedstrijd gehouden tussen de voetbalelftallen van Mechelen en Partij-Wittem. Dat was een populaire missie-activiteit, ook in andere dorpen. Men hoopte op een grote opkomst en daarmee op een grote recette voor de pater. In Gulpen organiseerde de lokale schietvereniging Texas een concours voor twee Gulpener paters, Brouns en Coenjaerts, die in Tanzania werkten.
Soms vroeg de missionaris om een speciale bijdrage. Pater Jeanne uit Mechelen, werkzaam in Mozambique, vroeg 200 gulden steun voor de aankoop van een motorfiets. Die was volgens hem hard nodig want hij moest tientallen kilometers reizen naar de kust om inkopen te doen. Hij ging dan door onbewoonde gebieden waar luipaarden en leeuwen leefden. Met een motorfiets maakte je die dieren bang. In de krant van 13 maart 1928 werd zijn brief gepubliceerd. Giften konden worden ingeleverd bij een collega-missiepater, die tijdelijk in Hoensbroek verbleef, in een enveloppe onder vermelding van MOTORFIETS.