Over een paar weken is het weer zover: dan wordt ’Limburgs Mooiste’, de Amstel Gold Race gereden. De opnames vanuit de helikopter en de motor geven een prachtig beeld van ons Heuvelland. De mooiste hellingen, in totaal 33, worden beklommen en de live Tv-uitzending is een lange reclamespot voor ons Heuvelland.
De opzet is in de loop der jaren erg veranderd. De eerste vijf jaar is de vertrekplaats van deze wielerklassieker niet in Zuid-Limburg maar in Brabant.
In 1966 gaat de allereerste editie van start in Breda en de finishis in Meerssen.
Veel bekende renners nemen deel aan deze wedstrijd zoals Jacques Anquetil, de meervoudig Tourwinnaar, Raymond Poulidor ’de eeuwige tweede’ in de Tour en de latere Nederlandse winnaar van de Ronde van Frankrijk, Jan Janssen. Maandenlang was er sprake van dat de start in Rotterdam of Amsterdam zou zijn maar het wordt uiteindelijk toch Breda omdat de koers anders te lang zou worden en men geen toestemming krijgt om bepaalde wegen in Zuid-Holland te gebruiken. Voor de organisatie zijn 81 vergunningen nodig en de laatste komt pas een paar dagen voor de wedstrijd binnen, die van het Ministerie van Justitie voor de Rijkspolitie die de wedstrijd onderweg moet begeleiden.
Het wordt een groots feest dit wielerweekend in Zuid-Limburg. De dag voor de Race is er in Meerssen een grote wedstrijd van 100 km voor amateurs en aspiranten. En de dag erna een prof- criterium in Bleijerheide waar veel deelnemers van de Amstel Gold Race ook aan meerijden.
In de laatste twee dagen voor de wedstrijd passen de organisatoren in Brabant en Limburg het parkoers nog zo aan dat de lengte van ongeveer 250 kilometer toeneemt tot 300. De meest bekende renners stappen bij de eerste doorkomst in Meerssen, na 250 kilometer, af omdat zij in het peloton al een onoverbrugbare achterstand van 8 minuten hebben op de koplopers. De klassieker wordt gewonnen door de Fransman Jean Stablinski in 7 uur en 48 minuten. De Limburger Jan Hugens wordt derde met een achterstand van 7 seconden. De winnaar krijgt f 1.750. Hij zegt in een interview met een brede lach op zijn gezicht: ‘Oh wat een afstand. Oh wat een warmte en Oh wat een heuvels.’
Tijdens de wedstrijd staan vele duizenden Limburgers langs de route. En dat is nog altijd zo.