Het laatste anderhalf jaar zien we regelmatig beelden van steden in de Oekraïne die grotendeels in puin liggen, kapotgeschoten door de bombardementen en het artillerievuur van Russische zijde. Dezelfde verwoesting trof de stad Aken die in oktober 1944 na drie weken zware gevechten door de Amerikaanse troepen werd ingenomen. Het was de eerste Duitse stad die door de geallieerde troepen werd veroverd. Het grootste deel van de bevolking was al gevlucht. Van de 160.000 inwoners waren er nog zo’n 20.000 over toen de slag om Aken begon. Het was niet de eerste keer dat Aken werd aangevallen. Vanaf 1943 haddeze belangrijke industriestad al onder vuur gelegen. In april 1944 overleden 1500 mensen door zware bombardementen, waarbij in twintig minuten 38.000 brand- en fosforbommen vielen.
Hitler had de Duitse troepen in Aken bestaande uit 5.000 man, verboden om zich over te geven. De stad van Karel de Grote was van grote symbolisch betekenis voor het naziregime. De keizerstad moest met alle middelen verdedigd worden. Het slotoffensief begon met huis aan huis gevechten in de buitenwijken van de stad, ondersteund door zware bombardementen en artilleriegeschut. In de heuvelachtige stad gebruikten de Amerikanen de trams, ‘de Aken -expres’ genoemd, volgeladen met veroverde munitie, om gaten in de huizenrijen te slaan waardoor ze verder de stad in konden trekken. Nadat de stad volledig omsingeld was, stelden de geallieerden een ultimatum: overgave of volledige vernietiging. Het werd het laatste. De Amerikaanse luchtmacht zette bommenwerpers en gevechtsvliegtuigen in, tanks trokken het centrum van de stad in waar de Duitse troepen, later nog versterkt met andere bataljons, fel weerstand boden. Uiteindelijk capituleerde, tegen de wens van Hitler, de Duitse bevelhebber Wilck op 21 oktober 1944 om 12.05 uur. Hij was daartoe gedwongen omdat de troepen geen munitie, voedsel en water meer hadden. De stad lag in puin, tachtig procent van de huizen was beschadigd, 12.000 Duitse soldaten werden in krijgsgevangenschap genomen. Ruim 2.000 Amerikaanse militairen waren gesneuveld. De Dom van Aken overleefde de veldslag dankzij de inzet van een twintigtal jongeren die alle branden veroorzaakt door inslagen van brandbommen, onmiddellijk blusten en zo voorkwamen dat het gebouw in brand vloog. Op 12 november, drie weken na de inname van de stad werd de eerste mis alweer opgedragen. De vele nieuwbouw in de huidige stad herinnert aan de onherstelbare schade die veel huizen in de oorlog hebben opgelopen.