Het is even wennen voor de Amsterdammers. De statige Grote Zaal van Concertgebouw, de bakermat van klassieke muziek, vindt voor het eerst in haar 75-jarig bestaan een Carnavalsfeest plaats. Op 18 januari 1963 zo meldt De Telegraaf. Kranten in Zuid-Limburg schrijven er meerdere artikelen over.
Het initiatief voor dit concert is genomen door een reisbureau in Valkenburg. Drie touringcars vertrekken uit Zuid-Limburg naar Amsterdam met een bont gezelschap dat bestaat uit de net gekozen prins Carnaval Jack I van de Gulpener Gaarekiekere, de hofkapel en gehele Raad van Elf uit Gulpen, de jeugdprins uit Valkenburg Hans I, vele andere leden van Carnavalsverenigingen en diverse artiesten uit het heuvelland.
Volgens het Limburgsch Dagblad van 22 januari 1963 werd het bezoek een groot succes, ondanks het zeer slechte weer.
De bezoekers, ruim 1.200 in totaal kwamen vooral uit Amsterdam omdat de sneeuwstormen mensen uit andere delen van Nederland belemmerden om het Concertgebouw te bezoeken. Maar dat alles mocht de pret niet drukken.
De Limburgse krant schrijft dat eenmaal aangekomen in het Concertgebouw er andere stormen uitbraken: die van enthousiast zingende en dansende Amsterdammers die sjoenkelen in de keurige zaal. Twee bekende Limburgse zangers, de Valkenburger Lex Stassen en Eddy Snaphaan uit Roermond krijgen het publiek mee dat zingt en danst alsof deze ‘Hollanders’ nooit anders hebben gedaan. De entree van Prins Carnaval met zijn gevolg, de Raad van Elf , wordt met veel handgeklap begeleid door de zaal. Het trio Tissy uit Vaals verzorgt een sketch, er is een buteredenaar en Sjef Diederen uit Hoensbroek, geboren Valkenburger, zorgt voor een medley van meezingers die door het publiek enthousiast wordt meegezongen. Niet alle muziek, zang en dans wordt door de bewoners van het Heuvelland uitgevoerd. Er klinkt één ‘Hollandse noot’ in deze Carnavals zitting en wel van de Amsterdamse zangeres Louise de Mortel en haar echtgenoot. Voor dit optreden krijgt ze van prins Carnaval der Gulpener Gaarekiekere een speciale medaille van de ‘Orde van de Gaar. En de terugreis naar Zuid-Limburg is lang maar heel gezellig.