Een van de grootste acties tegen de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog was de April-Mei-Staking in 1943, in Zuid-Limburg massaal ondersteund door de mijnwerkers, ook uit het Heuvelland. Op zaterdag 1 mei werkte nog geen 10% van de mijnwerkers. Zij verschenen gedurende een paar dagen niet op hun werk. De mijnbussen die dagelijkse de werknemers naar de mijnen reden, bleven bijna leeg.
Aanleiding was het besluit van de Duitsers dat de voormalige soldaten uit het Nederlandse leger, die in 1940 eerst vrijgelaten waren, zich alsnog moesten melden om in Duitsland te gaan werken. Het ging om 300.000 mannen. Dit nieuws veroorzaakte veel woede. De wilde stakingen begonnen op 29 april 1943 bij de machinefabriek Stork in Hengelo en sloegen over naar andere delen van Nederland.
De Duitsers traden hard op tegen de stakers. De Duitse politie hield in heel Nederland patrouilles waarbij 95 dodelijke slachtoffers en 400 gewonden vielen. Doodvonnissen werden er uitgesproken en 80 mensen werden daadwerkelijk geëxecuteerd. In het mijnbouwgebied rond Heerlen en Kerkrade werden 170 arrestaties verricht. Op zondag 2 mei werden in het heidegebied De Hamert bij Venlo zeven mensen geëxecuteerd waaronder drie mijnwerkers. Onder dreiging van nieuwe executies gingen op dinsdagavond 4 mei praktisch alle mijnwerkers weer aan het werk.
Daarmee waren de gevolgen van de staking voor het Heuvelland nog niet voorbij. De burgemeesters werd gevraagd nadere informatie te geven over de stakers. In een aantal gemeenten zoals Gulpen, Margraten en Slenaken had ook het gemeentepersoneel gestaakt. In Gulpen was het gemeentehuis twee dagen gesloten. Leden van de pro-Duitse partij NSB stonden voor een gesloten deur en rapporteerden dat aan de NSB-gouverneur Max de Marchant et d’Ansembourg. Die besloot de burgemeester van Rijckevorsel, die al langere tijd in zijn ogen en in die van de bezetter een dwarsligger was van het Duitse regime, te ontslaan. Hij werd vervangen door de burgemeester van Wijlre, van der Zanden die lid was van de NSB. Wittem, Wijlre en Gulpen hielden tot het einde van de oorlog een NSB-burgemeester.