Pils, Bock of bruin bier. Veel meer keus was er in de jaren zeventig niet. De kastelein kon toen ook nog een bier op maat maken: een Sjoes, het zoete, bruin bier en het bittere pilsener gemengd. Het glas werd driekwart volgetapt met pils en daar werd uit een flesje een scheut bruin bier bijgedaan. Het opengebroken flesje bier met het dopje erop, bleef naast de tap staan. Of hij maakte een sneeuwwitje, half seven-up, half bier. Maar een pilske was in Zuid-Limburg toch bijna altijd een fluitje bier, een dun, rank glas, gevuld met goed gekoeld pils en een niet te grote schuimkraag. Als die kraag te dik was, dan attendeerde je de kastelein daar op en tapte hij even wat bij. Maar dat hoorde natuurlijk niet voor te komen, dat was gewoon slecht tapwerk.
In die tijd werd in Limburg en ook in de rest van Nederland eigenlijk alleen maar pilsener geschonken. Dat monopolie is al lang voorbij en daar heeft Gulpener bierbrouwerij die dit jaar haar 200-jarig jubileum viert, een belangrijke bijdrage aan geleverd. Al meer dan zeventig jaar produceert de brouwerij speciaalbieren; Dortmunder, later Dort geheten, was in 1952 het eerste. De naam verwijst naar de Duitse stad Dortmund waar deze biersoort voor het eerst werd gebrouwen. De brouwmeester die in dienst trad bij de Gulpener was daar opgeleid en hij besloot meteen een dergelijk bier te brouwen. Het Dort had een bijzondere kleur, amber, en bevatte 7 procent alcohol, hoger dan de 5 procent van het reguliere pils. Met name in de Mijnstreek, destijds de belangrijkste afzetregio van de brouwerij, viel het stevige bier in de smaak. Het werd een groot commercieel succes. Na 2000 daalde de omzet elk jaar door concurrentie van andere speciaalbieren. De productie ervan op fust werd gestopt. Dat leidde tot hevig protest van trouwe drinkers, tevergeefs. Op de fles bleef Dort nog tot 2018 beschikbaar.