Vanaf 1938 nam in Nederland en onze regio het besef van de dreiging uit Duitsland toe. De algemene mobilisatie begon in augustus 1939.
Eind 1939 bezocht Prins Bernhard namens de koningin de grenstroepen en bekeek de militaire installaties en posten. In Zuid-Limburg waren toen al zo’n 7.000 grenstroepen gelegerd.
Bij feesten zoals in 1939 bij het paardenrennen in Gulpen, waren militaire autoriteiten en soldaten vaak aanwezig. Daar bedankte een kapitein de burgemeester en de inwoners van Gulpen voor de steun en het medeleven met zijn manschappen. In Gulpen en omgeving waren ongeveer vierhonderd soldaten gelegerd.
Autoriteiten en verenigingen in het Heuvelland probeerden het verblijf van de militairen te veraangenamen met allerlei activiteiten zoals speciale concerten van harmonie en zangkoor, een surpriseavond met Sinterklaas en een toneelavond. Daarvoor was in mei 1939 in Zuid-Limburg een speciaal Comité opgericht, het Comité voor de Grenstroepen, dat geld inzamelde om de militairen ontspanning te kunnen aanbieden. Op zo’n feestavond kregen, de militairen per man gratis twee sigaren een glas bier.
Er werden oefeningen gehouden in verschillende dorpen. Op 3 november 1938 was er een verduistering in Mechelen die duurde spatie van 20 tot 21 uur. Het begin werd aangekondigd met lange autosirenes en het einde door het gelui van kerk- en kloosterklokken. Deelname was verplicht voor iedereen in het dorp. In Epen ging in september 1939 om 19 uur ging het luchtalarm af en werd er geoefend dat er vanwege een bominslag ergens brand was en trokken geneeskundige dienst, brandweer, politie daarnaartoe. Ook was er geestelijke hulp en een ziekenauto aanwezig. De burgemeester van Wittem vond de oefening zeer geslaagd. In Gulpen maakte men gebruik van de sirene van de Gulpener Bierbrouwerij.
Men trof ook andere voorzorgsmaatregelen. Op boerderijen en kerktorens wapperde de Nederlandse driekleur, als oriëntatiepunt voor niet-Duitse piloten zodat zij wisten dat ze nog in Nederland waren en niet boven Duits grondgebied.
